KB BAYLEY - LITTLE THUNDERSTORMS

Helemaal nieuw is voor ons de Engelse songwriter en verhalenverteller KB Bayley, een bijzonder zoetgevooisde man, wiens wieg in Newcastle stond en die opgroeide in het zuiden van het Verenigd Koninkrijk en van wie nu de tweede plaat gelanceerd wordt. Bayley blijkt een flink deel van zijn leven gevuld te hebben met het maken van muziekjes voor anderen, gaande van studiosessies tot TV-soundtracks en invalbeurten bij bluesbands, maar voelde een aantal jaren geleden de drang opkomen om zelf songs te gaan schrijven. Daartoe plaatst hij zichzelf in de allerklassiekste school: man, stem en gitaar -al mag daar al meteen bij vermeld worden dat de gitaar in kwestie een Taylor is en dat KB ook heerlijk overweg kan met de Weissenborn.

Op die manier kom je al gauw terecht in een bepaald segment van de muziekwereld: de klassieke songschrijvers en verhalenvertellers en voor KB blijkt Tom Waits de belangrijkste inspiratiebron geweest te zijn. Althans, het adagium van Waits werd ook het zijne: “om een song te schrijven, heb je drie dingen nodig: een plek, het weer en iets om te drinken”. Qua stem zit KB nochtans helemaal aan het andere uiteinde van het spectrum, vergeleken met Waits. Hij is eerder James Taylor of -vooral- Jackson C. Frank, om slechts die klassiekers te vermelden. Van de huidige generatie denk ik eerder aanJeffrey Foucault of Chris Stapleton, twee namen, die in het promoblaadje ook vermeld worden.

De plaat is met haar elf songs en 46 minuten een prima visitekaartje voor Bayley, wiens eerste plaat ik overigens nooit hoorde. Negen zelfgeschreven songs en covers van de klassieke “Wayfaring Stranger” en Jeffrey Foucault’s “Cheap Suit” om de boel af ye sluiten: dat is het menu van een heel fijne drie kwartier luisteren. De gebeurtenissen worden op gang getrokken door “Cold Rain”, dat we een tijdje geleden al zagen en hoorden passeren op gespecialiseerde on-line kanalen en waarmee meteen de toon gezet wordt voor de rest van het album. Een knappe dobropartij legt al meteen de Americana-lijn bloot, waarop zowat de hele plaat zich zal voortbewegen. Het meer elektrische gedeelte komt vooral op rekening van Dean Parker, die, samen met de duet-zangpartij van Ben Glover “Blood Red Lullaby” optillen tot een potentiële radiohit. Het niveau van die song wordt vlot aangehouden in “Night Dogs”, waarvan de trompetlijn me keer op keer rechtopstaand nekhaar geeft.. “North Coast Girl” zou over KB’s moeder gaan en is het meest folky troubadours-liedje van de plaat: die song kan zonder moeite de Grote Plas oversteken en opgang maken, mede vanwege een superbe harmonicabegeleiding van ofwel gavin Thomas ofwel Glen Vaal (dat kan ik niet meteen uitvissen).

Hoe dan ook: onze kennismaking met Keith Bayley verliep erg aangenaam. De plaat kampeerde heel lang in de stereo van de auto en was al die tijd de begeleiding bij de Corona-verplaatsingen, die we de voorbije weken maakten. Dat een plat-gecoverde song als “Wayfaring Stranger” door de heerlijke, puur instrumentale versie, die hier gespeeld wordt, toch nog keer op keer kippenvel wist te veroorzaken, zegt eigenlijk genoeg. Ik mag hopen dat KB eerlang onze Lage Landen aandoet, want deze plaat doet me verlangen naar een live concert van deze kerel, die maar dan veelbelovend en intrigerend uit de hoek weet te komen.

(Dani Heyvaert)


 

Artiest info
   
 

video